Ode aan verbeeldingskracht
Vol dromen, boordevol nieuwsgierigheid en met hart en ziel gelovend in oneindige mogelijkheden komen kleuters naar school. Ze leren met hun lijf. Ze spelen, fantaseren, bouwen, ervaren en onderzoeken. Naar verhalen luisteren, kringspellen, letters kleien, tekenen, verven en kleuren, buiten een tuintje verzorgen, een creatief project … Zo leren kleuters.
Laat me spelen!
Het is bewezen dat de creativiteit van kinderen dramatisch zakt als ze naar school gaan. Op school zit een kleuter soms lang op een stoel, moet uit boekjes werken, binnen de lijntjes kleuren en alvast oefenen met rekenen en taal. De lesstof wordt vaak in werkvormen aangeboden die voor oudere kinderen geschikt zijn. Aandacht voor de speelse lichamelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling die bij de kleuterleeftijd past schiet er vaak bij in.
Normen en labels
Thuis is de boog gespannen. Ouders moeten door met alles wat de buitenwereld van hen wil of wat ze van zichzelf verwachten. Ze zijn druk met allerlei verplichtingen en komen aan zichzelf nauwelijks toe.
Kleuters moeten ook al veel op school. Ze worden beoordeeld op hun ontwikkeling en getest op hun vorderingen en krijgen soms zo jong al een label opgeplakt of een rugzakje omgehangen. Ze moeten zich aanpassen aan de norm, aan dat wat wij goed genoeg vinden. Maar wie bepaalt eigenlijk die norm en wie maakt de labels? Met wie vergelijken we onze kleuters? Zeggen de labels iets over de kinderen zelf of over de ouders, de andere opvoeders en het schoolsysteem dat hen beoordeelt? Iedereen is toch uniek en zou daarmee toch tot zijn recht mogen komen? Als je een vis beoordeelt op zijn vermogen om in een boom te klimmen dan zal hij een mislukkeling zijn en zich ook zo voelen.
Gedrag bij kleuters
Kinderen die druk zijn en niet stil kunnen zitten doen ons simpelweg na met onze drukke bezigheden en drukke hoofden. Druk zijn we met het verleden of de toekomst in plaats van met wat er hier en nu is. Of ze vertellen dat hun lichamen actie en beweging nodig hebben, ook tijdens het leren, want ze leren met hun lijf. Of ze geven aan dat onze lijven actie en beweging nodig hebben.
Open en gevoelige kinderen worden overspoeld door de vele prikkels om hen heen: beelden, geluiden, de sfeer in de klas, emoties in hun omgeving. Het is hen te veel en ze worden hoogsensitief genoemd. Ze laten zien dat ook wij overspoeld zijn door alles om ons heen en niet goed naar ons eigen innerlijk luisteren.
En de slimme kleuters die alsmaar willen rekenen en schrijven, zijn die echt zo slim? Of hebben ze een neiging naar eenzijdigheid? Of krijgen ze van ons misschien het voorbeeld dat denken veel meer waard is dan de rest? Is hun sociaal-emotionele ontwikkeling wel in balans met hun cognitieve ontwikkeling? Wij hebben extra aandacht nodig voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, van hen en van onszelf.
Met al die normen en labels verschralen we de speelsheid, de eigenheid, de creativiteit en de rijkdom van kleuters. Geen wonder dat ze ons vragen naar het waarom.